opdraaien voor (v) (straf) | für etwas aufkommen müssen (v) (straf) |
opdraaien voor (v) (verantwoordelijkheid) | am Hals haben (v) (verantwoordelijkheid) |
opdraaien voor (v) (verantwoordelijkheid) | auf dem Hals haben (v) (verantwoordelijkheid) |
opdraaien voor (v) (straf) | büßen für (v) (straf) |